Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ik heb [31]gegraven en [32]de wateren gedronken; en ik heb met mijn voetzolen alle rivieren der belegerde plaatsen verdroogd. 31. Te weten waterputten. 32. Daar staat 2 Kon.19:24: vreemde wateren. Zie de aantekening aldaar.